TERUG NAAR DEN UYL
Als je het verkiezingsprogramma van de PvdA leest, als je luistert naar alle propaganda en je luistert naar de betogen van lijsttrekker Ploumen dan springt één ding er duidelijk uit; men wil terug naar een succesvolle PvdA uit de tijd van Joop den Uyl. Logisch. Het was een kabinet met de PvdA als belangrijkste partij wat regeerde tussen 1972 en 1976. Het was zo succesvol, met name in het bestendigen en uitbreiden van de verzorgingsstaat dat zij bij de verkiezingen van 1977 steeg van 43 naar 53 zetels. Als je dat afzet tegen de huidige 9 zetels dan is er duidelijk sprake van een teloorgang.
De partij wil dus terug maar is mijn vraag waarom hebben ze ooit de mentaliteit en de drijfkracht van het Den Uyls socialisme verlaten?
Een antwoord daarop vind je in het door Duco Hellema en Margriet van Lith geschreven boek “DAT HADDEN WE NOOIT MOETEN DOEN “. (Uitgever Prometheus) Alle personen die een rol hebben gespeeld bij de afbraak van de partij worden geciteerd en alle politieke processen belicht. Al lezende krijg je een duidelijk zicht en het is allemaal even treurig. Een tweede kabinet den Uyl was logisch geweest maar zowel het CDA (in wording) en de VVD die samen een krappe meerderheid bezaten in de nieuwe kamer deden er alles aan om de socialisten uit de regering te houden. Daarbij werd ze gek genoeg geholpen door “Nieuw Links “de radicale linkse vleugel van de party die van geen enkel compromis wilde weten. De nieuwe elite liet den Uyl weten dat hij niet meer paste in de moderne tijd.
De radicale vernieuwing waar Nieuw Links voorstond, veranderde in de jaren tachtig in een zogenoemde moderne ‘vernieuwing ‘, een ombuiging zoals zij dat zelf noemde maar in feite een versobering van de verzorgingsstaat. Veel Nieuw Linksers noemden zich toen realo’s. Hun radicaliteit kwam nog wel naar voren in hun solidariteit met de uit de zeventig jaren stammende ‘nieuwe sociale bewegingen ‘(vrouwen, milieu, vredes en derde wereldbeweging’) maar veel minder in betrokkenheid met de traditionele arbeiders achterban. Het is bijna gênant te lezen hoe zowel het oude als het jonge kader alles deden om maar over te komen als een geloofwaardige regeringspartner. Met name haar traditionele achterban voelde zich verraden en was voor een groot deel gevlucht naar populistische partijen of naar de SP.
Op dit ogenblik wordt eindelijk duidelijk, niet alleen voor de PvdA maar ook voor het CDA en zelfs in delen van de VVD dat het neoliberale marktdenken niet in staat is problemen op het gebied van milieu klimaat huisvesting en de inkomenskloof op te lossen. Partij-iconen die al langer kritisch stonden ten aanzien van het bestaande beleid maar ook bekeerde realo’s laten nu van zich horen. Die gehele ontwikkeling wordt duidelijk beschreven en na 300 blz. lezen kom je tot de droevige constatering dat al die realo versobering nergens voor nodig was. Had de PvdA in de jaren tachtig geweigerd mee te gaan in de omhelzing van het aandeelhouderskapitalisme en had zij in plaats daarvan al die jaren vastgehouden aan haar sociaaldemocratische principes, dan had zij nu vooraan gestaan in het opnieuw opzetten van een meer rechtvaardig en evenwichtig politiek beleid.
Het boek laat zien hoe de obsessie van politici om toch vooral mee te regeren kan leiden tot concessies die dwars staan op de oorspronkelijke uitgangspunten. De partij zegt nu wijzer te zijn en terug te keren naar haar sociale uitgangspunten. Het is een beetje aan de late kant maar samenwerkend met andere progressieve partijen kan zij weer een factor worden waar het bestaande rechtse blok rekening mee moet houden. Terug naar den Uyl is nog ver weg maar de eerste stappen zijn gezet. Ben nieuwsgierig hoe snel de volgende stappen gaan.