Ineens was daar weer een kerncentrale!

Bij de laatste algemene beschouwingen in de tweede kamer half september 2020 werd een motie van de VVD over het opzetten van een haalbaarheidsstudie naar de bouw van kerncentrales door een rechtse meerderheid aangenomen. Voor was met name het VVD-CDA-PVV-forum en van de regeringspartijen stemde overigens D66 en CU nog tegen.

Een doorbraak schreef de Telegraaf verheugd. En inderdaad een doorbraak is het want nog geen 2 jaar daarvoor was op initiatief van linkse partijen een klimaatakkoord aangenomen waar kernenergie niet in voorkwam. Deze stemverhouding is tekenend voor de houding tegenover kernenergie vanaf de jaren zestig.

Ooit in de jaren vijftig werd kernenergie door velen gezien als iets positiefs maar sinds de kernramp in Tsjernobyl in 1968 nam de reeds bestaande twijfel toe. Wie herinnert zich nog de grote demonstratie onder de slogan ‘Dodewaard moet dicht’. Eind jaren negentig ging deze ook dicht. In de jaren na Tsjernobyl bleef de afwijzing van kerncentrales onder invloed van de milieu en anti-kernenergiebeweging constant. Die afwijzing werd nog eens bevestigd door de ramp in Fukushima (Japan) in 2011. De meerderheid was dan wel tegen maar toch was er altijd een rechtse minderheid, aangevoerd door de VVD en het bedrijfsleven die keer op keer met verhalen kwam waarbij de overbekende gevaren gerelativeerd werden, Tsjernobyl en Fukushima gezien werd als niet herhaalbare gebeurtenissen. Ook het probleem van het radioactieve afval zou in de nabije toekomst door voortschrijdende technologie opgelost kunnen worden. Tegenstanders konden echter gerust ademhalen want volgens de VVD was men vanwege de kosten (rond 10 miljard) de eerste decennia zeker niet van plan een centrale te bouwen. Die doorbraak waar de telegraaf het over had is deze keer dubbel want naast haar bekende pleidooi verklaarde VVD en CDA deze keer ook dat zij een eventuele bouw met miljarden zouden willen steunen. 

Vanwaar nou deze haast? 

Vanaf het begin van deze eeuw werd het milieu en het klimaatprobleem steeds meer erkend. Milieu en klimaattwijvelaars werden niet langer serieus genomen en op de internationale klimaatconferentie in Parijs in 2015 werd concreet vastgesteld en door 195 landen ondertekend dat de opwarming van de aarde de twee graden niet mocht overschrijden. In 2020 gaat dit plan in werking. En 2020 dat is nu !!!! en een feit is dat Nederland (net als andere landen) ver achterligt op schema. Wil men de door Parijs afgesproken doelen halen dan kom je er niet alleen met windmolens en zonnecollectoren hoe effectief die ook zijn. Er zal er ook iets moeten veranderen aan ons gehele economische systeem. De obsessieve nadruk op als maar hogere economische groei, de noodzaak om consumenten te verleiden tot kopen, kopen, kopen en het, gezien de concurrentie, noodzakelijk zoeken van het bedrijfsleven naar steeds goedkopere milieubelastende en CO 2 uitstotende productiewijzen, kan zo niet doorgaan. Het dogma van de vrije marktwerking, de puur op winst gerichte productie; dit alles zal onder controle moeten komen van de overheid. Terug naar een overheidsbeleid die de gemeenschap van mensen weer centraal stelt en weg van een overheid die alleen denkt in termen van individualistische calculerende burgers. 

Deze twee denkwijzen die in Nederland met name vanaf 1945 met elkaar worstelen, komen ook nu tot uiting in het afwijzen of omhelzen van kernenergie. De gemeenschapsdenkers zien graag een drastische systeemverandering zoals hierboven beschreven en om dat te bereiken hebben ze kernenergie niet nodig. Bovendien nemen zij de gevaren die kernenergie met zich meebrengt serieus. 

De denkers die de individualistische mens centraal stelt en die het bedrijfsleven via marktwerking alle ruimte wil geven, zien niets in systeemverandering. Sterker nog zij hopen door het invoeren van kerncentrales te voorkomen dat ingrijpende economische en sociale veranderingen noodzakelijk zijn. In hun verlangen naar kerncentrales relativeren zij de gevaren die kernenergie met zich meebrengt. 

De overgrote meerderheid van voorstanders alsmede de overgrote meerderheid van tegenstanders van kerncentrales weten weinig tot niets van de techniek en problematiek rond kernenergie. In beide kampen zijn er slechts enkelen echt deskundig. Het voor of tegen stemmen van het gebruik van deze centrales wordt dan ook niet ingegeven door deskundigheid. Men kiest op basis van politiek/ideologische overtuiging. 

Persoonlijk behoor ik tot de tegenstanders maar als niet deskundige wil ik niet bij voorbaat uitsluiten dat er ooit een situatie kan ontstaan waarbij de gevaren van kernenergie effectief bestreden kunnen worden. Ik hoop dan dat in die situatie de economische baten eerlijk verdeeld zullen worden – zowel nationaal als internationaal – en dat het belang van de gemeenschap centraal zal staan.

Hans Beerends

SHARE IT: