PERSONALISME EN SOCIAAL BELEID 2023
Personalisme !!!! Ineens stond het op de voorpagina. Bij de presentatie van het verkiezingsprogramma van zijn partij “Nieuw Sociaal Contract“ muntte Pieter Omzigt opnieuw het begrip “Personalisme“. Een ideologie die sterk leefde in de naoorlogse jaren veertig. Het personalisme wil de persoon – dus niet het individu – centraal stellen. Een persoon staat niet als individu op zich zelf maar is verweven met familie, vrienden, collega’s en buurtgenoten. Het personalisme mede gebaseerd op de katholieke filosoof Maritain keert zich tegen het van boven opgelegde collectivisme van het socialisme en verzet zich tevens tegen het naar egocentrisme neigende individualisme van het liberalisme. Het personalisme legde de nadruk op kleinschaligheid, buurtsolidariteit en persoonlijke betrokkenheid bij medemensen, natuur en schone kunsten. Deze ideologie stammend uit de jaren 20/30 ging na 1945 gelijk op met en overlapte deels de naoorlogse doorbraakgedachte. Niet langer zou religie of ideologie, middels het zuilenstelsel, bepalend moeten zijn voor een politieke partij maar praktische sociaaleconomische punten waar meerdere maatschappelijke stromingen zich in zouden kunnen vinden. Die doorbraak is er in feite niet gekomen. De vooroorlogse socialistische partij – de SDAP fuseerde met twee mini partijtjes (een christelijke en een liberale) in de Partij van de Arbeid en dat was het dan; een mini doorbraak dus.
Het personalisme, concreet uitgewerkt in de opbouw van de verzorgingsstaat bleef echter overeind. De Partij van de Arbeid, samen met de Katholieke Volkspartij (KVP) – de zogeheten rooms-rode coalities werkte van 1946 tot 1958 broederlijk samen aan de opbouw van een sociaal rechtvaardige verzorgingsstaat. Jammer genoeg maakte de KVP daar in 1958 een eind aan toen de PvdA bij de verkiezingen een paar zetels won en de KVP er een aantal verloor. Veel politici van de KVP wilde nog wel doorgaan met samenwerken maar de leiding van de katholieke kerk – het episcopaat – wilde voorkomen dat haar gelovigen steeds inniger samen optrokken met de sociaaldemocraten. Het gevolg was dat de KVP zich ging oriënteren op de liberalen en een reeks centrum rechtse coalities was het gevolg, met als linkse onderbreking het kabinet den Uyl van 1973-1977.
Herleving behoefte aan saamhorigheid
Op dit ogenblik zie je een toenemende weerzin tegen het eenzijdige op persoonlijk economisch nut en winst gebaseerde liberalisme. Het plotsklapse omhoog schieten van de partij van Pieter Omzigt met zijn nadruk op kleinschaligheid, onderlinge betrokkenheid en het laten meedenken en meepraten van mensen, geeft de toon aan. Maar ook de BBB praat over kleinschaligheid en noaberschap. En ook de nieuwe fractievoorzitter van het CDA, Bontebal, wil terug naar de oorspronkelijke christendemocratische waarden zoals de KVP in de opbouw jaren. De Christen Unie stelt in haar verkiezingsprogramma dat zij het neoliberalisme uit het landsbestuur wil slopen en in de afgelopen decennia stemde zij consequent links als het om sociaaleconomische kwesties ging. Stap voor stap ontwikkelt zich een anti- liberale en een anti rechtse koers. Dat wil overigens niet zeggen dat al deze partijen en kiezers links worden of socialistisch. Wel dat ze kiezen voor sociale waarden.
Ik merk vanuit diverse ingangen die waarden in de volgende partijen:
- CDA, CU en BBB – sociaal-conservatief
- PvdA/GL en Dierenpartij – sociaal-progressief
- NCS –Omzigt -sociaal progressief/conservatief
- D66 – sociaal liberaal
Uitgaande van de peilingen in september komen ze samen op tussen de 80 á 85 zetels. Daar valt toch wat van te brouwen. Mochten die cijfers uiteindelijk tegen vallen dan hebben we altijd nog als ondersteuning de SP als socialistisch sociaal.
Kortom we kunnen weer werken aan de wederopbouw van een rechtvaardige, menswaardige en klimaat-leefbare samenleving.